Opruimen om je heen en in je hoofd.
Ik heb nogal eens samengewerkt met mensen die er geen gewoonte van maakten om hun werk op te ruimen. Bureau, ladeblok, kast en prullenbak vloeiden ineen tot één grote verzameling stapels, hopen en onbestemde collages. Te midden daarvan werkte iemand. Hij of zij viste een telefoon, toetsenbord of wat op dat moment nodig was uit de vaalt en leverde de prestatie waarvoor hij of zij aangenomen was. Ik heb meerdere van deze mensen gekend en zij hebben meer dan alleen de schijnbare vuilnishoop gemeen. Zij beschikken over een ‚systeem’. Ze weten namelijk altijd precies dat te vinden wat nodig is. Dat kost soms even tijd, maar het komt hoe dan ook tevoorschijn. Voor buitenstaanders blijft dit systeem volledig verborgen. Dat is lastig als tijdens afwezigheid iemand werk moet overnemen, of gewoon iets nodig heeft wat zich in dit ‚systeem’ bevindt. Tijdens langdurige afwezigheid van zo’n collega kan de stapel vervallen tot steeds grotere entropie. Dit hebben we eens meegemaakt toen een vakantieganger vergeten was dat er nog ergens een pakje brood tussen lag. Bijna was de gehele stapel met medeneming van bureau, ladeblok en kast aan de wandel gegaan, als wij er met z’n allen niet al binnen een week flink lucht van gekregen hadden.